100
Baarn 1 November 1899.Ga naar voetnoot173
Amice,
Ik heb het goed ontvangen en bedank je voor je bemiddeling en heusche spoed bij
de verzending.
Hartelijk gegroet
Karel A.Th.
|
-
voetnoot173
- Op deze datum verscheen het
Tweemaandelijksch Tijdschrift, 5e jrg., aflev. 6, november 1899, in deze
samenstelling: Stijn Streuvels, Groeikracht, p. 323-354;
Ary Prins, De heilige tocht, p. 355-359; F. van Eeden, Zeven drievoudgezangen, p. 360-363; Albert Verwey, Aan den blinden dichter W.L. Penning, p. 364-366, aldaar
gedagtekend 15 Sept. '99, laatstelijk herdrukt in O.D., I.
p. 348-350, en wel in de afdeling ‘Lichte nachten’ van de bundel Dagen en daden; W.L. Penning, Verzen
(Bruidswijding, Op de dorpskermis, opgedragen ‘aan
W.N.J.V.’; Een vraag en een antwoord, Musicus, De kostbare
viool en Een tijd van verzen, opgedragen ‘Aan
Albert Verwey’, p. 367-376: Karel van de Woestijne, Interludus, p. 377-379; J. Koopmans, Boendale's
Lekenspiegel, p. 380-409; Albert Verwey, Hoogescholen
en Geestelijke Bewegingen, p. 410-429, aldaar gedagtekend Oktober
'99; herdrukt in Luide Toernooien, Amsterdam, 1903, p.
233-271; P. Bierens de Haan, Bewustzijn, onbewustheid en
subjekt, p. 430-462; F. van der Goes, De zaak
Hogerhuis [bespreking van P.A. Pijnappel, De zaak
Hogerhuis. Amsterdam, Scheltema & Holkema's Boekhandel], p.
463-483, aldaar gedagtekend 9 Augustus; Albert Verwey, De stam
van 't volk..., p.484, aldaar gedagtekend 23 Okt. '99, laatstelijk
herdrukt in O.D., I, p. 353, en wel in de afdeling ‘Na de
thuiskomst’ van de bundel Dagen en daden.
|