De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd96Den Heere Albert Verwey Noordwijk-aan-Zee
Baarn, 22 Oktober 1899.
Amice, Tot mijn schaamte, moet ik je bekennen op 't oogenblik in eene financiëele ongelegenheid te verkeeren.Ga naar voetnoot171 Zoû ik mij weder op het mij vroeger gegeven verlof mogen beroepen om te verontschuldigen dat ik je lastig val. Indien je een paar personen wist, die mij samen ongeveer ƒ100.- konden verschaffen, zoû mij dat zeer nuttig zijn. Ongeveer ƒ70.- bedraagt mijn huur van 1 Novr., die ik geen kans zie te voldoen. - Als je 't permiteert, zoû ik je wel, onder ons, dien meneer in herinnering willen brengen, ik meen dat hij te Rotterdam of 's Gravenhage woont, aan wien je eens mijn konterfeitsel hebt gezonden. Het is wel bezwaarlijk voor mij, zelf zoo iets aan te geven, maar gesteld, hetgeen mogelijk is, dat hij gaarne iets doen zoû maar den toestand niet kent, en gegeven, dat ik het bèst gebruiken kan, - zoo is het daarentegen ook onredelijk de betrokkenen niet tot elkaâr te brengen. Verontschuldig dat ik je deze last doe en ontvang mijne hartelijke groeten.
Karel Alb.Th. |
|