94
Baarn 7 October 1899.
Amice,
Indien ik inderdaad - hetgeen hij beweert maar hetgeen ik min of meer betwijfel -
aan P. Bierens mocht geschreven hebben, dat zijn stuk in de Novr. aflev. zoû
geplaatst worden, zoû ik wel gaarne hebben dat het, en zoo mogelijk in de Novr.
aflev. (het is in Mei ingekomen), geplaatst werd. Ik had het tot dusver niet aan
Van Eeden gezonden, - ik heb nu, eer-gisteren, aan hem (Bierens) gevraagd of hij
genoegen nam met geen-honorarium en hem gezegd, dat ik in dat geval het stuk
naar den uitgever zoû zenden. Hierop ontving ik nog geen andwoord. Zoo ik, wat
niet onmogelijk is, in deze min of meer foutief gehandeld heb, moet dat aan
ongesteldheid worden toegeschreven.
Zeer gegroet
Karel Alb. Thijm.
De quaestie is, dat wanneer een der redacteuren, - in casu ik - gezegd heeft, dat
een bijdrage geplaatst zoû worden, dit bezwaarlijk nog van het advies van een te
consulteeren derde afhankelijk kan worden gemaakt.