De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd17Noordwijk/Zee 13 Juni '98
Amice, Van harte dank voor je schrijven, dat zoo royaal is, en behalve over mij ook zulke uitmuntende algemeene dingen heeft. Zoo b.v. dat over bewustheid en onbewustheid. Beter kon dat wonderlijk verschijnsel dat toch ieder kent, niet onder woorden worden gebracht. Dan dat zinnetje over het op een zekere wijze zien van iets heel eenvoudigs. Dat is treffend waar. En het is bovendien zelf er een voorbeeld van. De volzin waarin je ons tegenover elkaar stelt was me een nuttig en zelfs verrassend schema, maar men moet er den lichaamsbloei van je waardeering van dat sonnet omheen voelen, om te beseffen hoe onze werkelijke verhouding is. Dit is het zeer eigenaardige in zulk een waardeering van uitersten. In abstracto zijn zij uitersten en zij zouden tot waardeering evenmin moeten kunnen geraken als iemand die op de Noordpool zou zitten het voorkomen van iemand die op de Zuidpool zat begrooten kan. Toch waardeeren zij. Ergo doet hun gedachte-uiting ongewoon scherp de eigenaardigheid van menschelijke gedachten uitkomen. Van waar en niet-waar te gelijk te zijn: d.w.z. alleen waar als beeld.
Je langen brief over finantiën heb ik nog niet beantwoord. Ik vind namelijk volstrekt niet dat er een regeling moet getroffen worden waarbij een gedeelte aan een ander Tijdschrift komt. Wij dienen er een te maken waarbij ons alles blijft en met een beetje (liefst mondeling) overleg geloof ik dat dat wel kan. Het tweede punt is de reis. Je | |
[pagina 30]
| |
begrijpt wel: hoe langer jullie samen kunt, hoe liever het mij zijn zal. Maar dat was hierom niet mijn voorstel omdat ik waarlijk niet geloof dat ik onder die leus bij veel vrienden gehoor zal vinden. Ik beloof dus dit: ik zal mijn best doen voor het gaan van Cato naar Aken: is de opbrengst grooter dan ik me eerst had voorgesteld, dan weet jij hoe je dat meerdere gebruikt.
Het Juli-nummer wordt voorloopig samengesteldGa naar voetnoot57 als volgt: Johs Been, Robbers Koopmans (Middeneeuwsch Natuuronderwijs), Van Vloten, Nacht in 't Alhambra (nu v.d. Goes komt is het andere te lang), v.d. Goes. Een boekbeoordeeling, of wat dan ook, van v. Deyssel zou hierbij nog altijd zéér gewenscht zijn. Enig releveerend proza in elk geval. Een paar boeken zijn nog hier die ik je sturen moet: Schoppenboer van Buysse o.a. en Wrakken van m. de Bom.Ga naar voetnoot58 Het ga je wel. Groet Cato Met een handdruk
je vriend Albert Verwey |
|