De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 201]
| |
Willem Levinus Penning (1840-1924). Deze portretfoto
dateert van 6 december 1909.
| |
[pagina 202]
| |
je, meen ik, ook medegedeeld dat dit zijne voorwaarde was. Een en ander heb je toen goed gekeurd. Wij zullen dus Erens en Roosdorp moeten nemen, zoo als je schrijft. Misschien zal ik, tot mijn spijt, weder niet iets kunnen aanbieden. Cateau gaat overigens voor-uit en is vandaag een paar uur op geweest. Aardig is die ontvangst van Coens. In mijn bundel, die in het najaar verschijnt, staat toevallig een klein bladzijtje over hem, van '82, waarin hij ook niet volkómen wordt afgekeurd.Ga naar voetnoot566 Hij is immers te Parijs? Ik ben, dunkt mij, ook voor terugzending van dat artikel-Gittée. Ik ga nu weêr ter dege aan 't werk en zoû je, fel als in elke jeugd nu ook in die dezer periode, wel willen vragen om, mocht je me nog eens de aangename verrassing van je onaangekondigd bezoek bereiden, dit op een Zondag te doen en dien dus tot een dubbelen Zondag voor mij te maken. - Morgen krijg ik dien mijnheer Van Bruggen,Ga naar voetnoot567 die mij te spreken heeft gevraagd, tusschen 3 en 5 uur. Dit zal, vrees ik, een eenigszins grof uurtje worden. - Het zal mij benieuwen of er nu eindelijk een, zoo verlangd en begeerd, waarlijk werktijdperk voor mij zal willen aanbreken. - Zoû je niet zoo goed willen zijn mij, bij gelegenheid, eens de gedichten-Van der Schalk ter leen te zenden? Je krijgt nog altijd de laatste fransche tijdschriften van mij. Verontschuldig mijn nalatigheid. Er is bijna niets waar ik zoo moeilijk toe kom als tot het maken van een pakje. Wij hebben een weêrtje dezer dagen, dat mijn weêrtje niet is. Den stort-mág ik nog wel, maar den mót-regen kan ik niet uitstaan. Ik zie om mij heen de zelfde herfst, die mij verleden jaar zoo bekoorde, maar nu is mijn blik er weinig anders dan verstandelijk meê ingenomen. Vele groeten aan Kitty en de 4 meisjes. Dank voor je berichten over het mijne. Zij moet nu allengskens aan een scheiding van haar genootjes gaan denken. Goeden avond.
Karel. |
|