De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd175Baarn, Saturdag 15 Augustus 1896
Waarde Vriend, Wij hebben het een en ander in goede orde en met een hernieuwd gevoel van vriendschap en erkentelijkheid ontvangen: roemers uit wie de eerste teug op jullie gezondheid zal zijn en eene bezending van het algemeene en nuttige ruilmiddel dat het bloed is van 't maatschappelijk leven.- Met Annie zal geschieden zoo als je opgeeft. Mijn vrouw wordt niet beter. De toestand is iets erger. De pijnen zijn terug gekomen; wel niet heviger, maar de lange duur doet de zwakte toenemen. Op last van den dokter ligt zij nu permanent te bed. Het bed staat in mijn kamer. Ik ben ook voor de opneming van Jolles in de September-aflevering. Ik denk niet dat ik iets zal kunnen geven, hoe gaarne ik het ook zoû willen. Maar ik doe mijn best, al is het maar voor een paar bladzijden. Reken in-tusschen bij de samenstelling van de afleveringGa naar voetnoot542 s.v.pl. op niets. Heb ik dan tóch iets en komt het te laat, - in Gòds naam dan. A propos, Annie behoeft geen spoorkaartje te hebben en kan gratis vervoerd worden. Weest beiden zeer van mij gegroet
Karel Alb. Th. |
|