De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 160]
| |
natuurlijk niet aan. Emile Erens kunnen wij wel houden, 't is dun maar heel kort en 'k leg het bij den voorraad. Ik schrijf aan Josephine Giese.
Waarde Vriend, laat mij meteen even zeggen waar ik sedert je vertrek over prakkizeer. Het zoû mij in der daad zeer te pas komen indien de verschillende bronnen waaruit je kunt scheppen, in den loop der volgende maand een paar honderd gulden droppen in de dorstige zandplek mijner kas konden storten. Het aanmerkelijk bedrag dat ik noem neemt niet weg dat minder ook welkom zoû zijn. Dan verschuif ik maar weêr mijn rekeningen tot de tweede jaarhelft en zie hoe het er dan meê is. - Ik bezuinig zoo veel mogelijk maar 't is moeilijk, met kinderen, die ziek worden en van alles noodig hebben. Ik moet, jan-dorie, zes ‘personen’ onderhouden. - Dit jaar zal moeilijk voor mij zijn.Ga naar voetnoot463 Het tijdschrift zal nog minder dan verleden jaar geven, de hoofdzakelijke winst der Prozastukken heb ik al opgeslokt en ik zie geen kans om met mijn lees- en schrijfleven van feitelijk den heelen dag tegenwoordig, meer winstgevend werk te vereenigen. -Ga naar voetnoot464 Nu, vaarwel. Veel levensgenoegen en groet je vrouw.
t.t. K. Alb. Thijm. |
|