De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd126Baarn, 14 November 1895
Amice, Hierbij terug het stuk van De Boer en zijn brief. Ik vind het ook niet plaatsbaar. Wel zoû ik het goed vinden als hij te weten kwam dat wij ons echter bij voortduring voor meer wijsgeerige bijdragen of zaken in den trant van het Dagboek van TitusGa naar voetnoot412 blijven aanbevelen. Hierbij ook het fransche briefje. Ik ben niet voor een ruiling met Nederland (eerder nog voor ruiling met Tijdspiegel, Vragen des Tijds, etc.) Hierbij ook, gedichten van twee. In die van Jan van Lokhorst is, dunkt mij, wel iets goeds; maar ik betwijfel toch of je er iets goed genoegs in zal vinden. Ook ontving ik een volkomen onplaatsbaar vers van Frans Mijnssen. Ik had je voor de eenvoudigheid die van Van Son ook maar niet willen zenden, maar voelde mij dan toch niet geheel verantwoord. Het is erg jammer dat in den bundel van Henriëtte van der Schalk er niet nog eenige zijn die je zoo goed kondt vinden dat ze eerst in het Tijdschr. werden geplaatst.- Zoû je nog niet eens aan Allard Pierson schrijven? Hij heeft iets in den GidsGa naar voetnoot413 en is dus weêr bezig. Maar dit is van een beetje later zorg. Vaarwel, Groeten aan Kitty. Ontving je Kloos - Veertien jaar?
t.t. Karel Alb. Th. |
|