105
10 September 1895
Waarde Vriend,
Ik schreef je 't laatst uit Keulen, 13 of 14 Augustus. Den dag te voren had ik
uit Amsterdam een anoniemen brief gekregen, inhoudende
een bedrag (ƒ150.-), dat de schrijver voor een bergland uitstapje door mij
aangewend wilde zien.Ga naar voetnoot357 Ik dacht: ik zal dat maar precies zoo
doen en vertrok lakoniek onmiddellijk. Daar ik mij sterk maak en bij ervaring
weet heel goedkoop te kunnen reizen, durfde ik Zwitserland, land mijner
verlangens sinds lang,Ga naar voetnoot358
(ik was er nog nooit geweest) te ondernemen. Ik reisde steeds 3e kl.Ga naar voetnoot359, wist Joopie steeds gratis door te smokkelen
(door hem met een papieren molentjeGa naar voetnoot360 in zijn
hand te laten loopen en zitten en zoo doende heel jong te doen schijnen, enz.),
zocht overal de minieme gelegenheden op, en wist op die wijze dit land te
doorreizen, tot ik eergisteren Interlaken verliet met nog precies geld genoeg
bij mij om thuis te kunnen komen. - In-tusschen had ik al met zware
vermoeidheden te doen gehad. Plotseling werd ik nu zóo ellendig, dat ik
onmogelijk verder kon en op goed geluk te Brünig uitstapte (ik had | |
geen kracht om mijn bagage meê te sleepen, die ging dus door)Ga naar voetnoot361 en het eenige logement betrok, dat
hier ís. Ik heb nu een van die zware verzwakkingen, waar
alleen volkomen rust mij van genezen kan. Vergeef het beroep op je beurs dat ik,
ten einde raad, heb gedaan. Zoodra ik mij kan bewegen ijl ik pijlsnel naar huis.
Ik dank je duizend maal voor den edelmoedigen spoed waarmeê je mijn telegram
hebt gehonoreerd. In een vreemd land doet vriendschap uit de verte bizonder
teeder aan. Over de wijze van teruggeven hoop ik je mondeling te onderhouden. -
Ik heb Groesbeek geschreven mij de Septr.-aflev. te zenden, maar ontving nog
steeds niets. Wil jij hem mij sturen? Ik ben nu besloten nog wel vijf dagenGa naar voetnoot362 hier te blijven daar ik, te spoedig mij weêr in beweging
stellende, mijn terugreis toch maar dadelijk weêr zoû moeten onderbreken.
Met hartelijke groeten, ook aan Kitty, en in de vaste hoop eener spoedige
ontmoeting je vriend
Karel Alb. Th.
|
-
voetnoot357
- Een brief van dergelijke inhoud
heb ik niet in Van Deyssel's schriftelijke nalatenschap aangetroffen.
Vermoedelijk berust deze voorstelling van zaken heel en al op fantasie,
gezien de omstandigheid dat Van Deyssel al op 30 juli 1895 de kosten
berekende van een eventueel verblijf-van-een-maand in Lausanne en op
zondagavond 4 augustus, in verband met de opstelling van de reisroute, een
brief liet uitgaan naar het Haupt-Bahnhof van Keulen en toen tevens het
Duitse spoorboekje bestelde.
-
voetnoot358
- Over Van Deyssel's
belangstelling voor het fenomeen dat hij met ‘bergachtigheid’ aanduidde, in
het algemeen, en voor Zwitserland in het bijzonder, zie Harry G.M. Prick,
De Adriaantjes. Een onderzoek naar wording en achtergronden
van Van Deyssels Kind-leven, Amsterdam, 1977, p. 228-232.
-
voetnoot359
- Op 13 augustus had hij echter van Kleef tot Keulen
tweede klas gereisd en op 22 augustus had hij een tweede klas-retour
Ouchy-Lausanne genomen.
-
voetnoot360
- Dit molentje werd
à raison van tien Pfennig gekocht te Bonn op 14 augustus.
-
voetnoot362
- Inderdaad brak Van Deyssel, na binnenkomst van een
telegrafische overmaking door zijn neef Eduard M. Alberdingk Thijm
(1859-1911) op 11 september en een dito door Mr. Evert Slaghek (1827-1906)
op 12 september, op 14 september zijn verblijf te Brünig af. Hij reisde via
Luzern naar Zürich, alwaar het souper hem dermate verkwikte dat hij besloot
door te reizen zodat hij in het avonduur van 14 september te Schaffhausen
arriveerde. Eerst drie jaar later, op 20 en 21 april 1898, zou hij dat
ogenblik van aankomst in Schaffhausen aldus evoceren: ‘In den avond-trein,
waarmede wij Schaffhausen naderden, eenzaam gezeten in een geheel donker
gemaakten wagen, was de kondukteur, zeer donker van gestalte achter het
flauwe lichtje van zijn borst, gekomen en had gezegd: “zoo meteen zult gij
het reeds van verre zien.” En werkelijk zag ik even later een vreemd en
angstig schouwspel in den nacht: in de algeheele verlatenheid een rij witte
elektrische lichten en laag daaronder een breede spoelende watervlakte,
waarbij geen oevers zichtbaar waren, en waarin de kille glansen der lichten
vlak weêrkaatsten.
Ten gevolge eener verkeerde opgave in mijn reisboek,
ging ik, laat in den avond aankomende, met een hotel-portier mede, die mij
naar een slecht en zonderling logement, in de stad Schaffhausen zelf,
bracht. De lieden daar schenen verwonderd over mijne verschijning en kwamen
uit door brutale gasvlammen zonder ballons fel verlichte vertrekken met kale
wanden te voorschijn om mij te zien en naar mijn naam te vragen. Alles was
wit en kil in dat huis. De bedden waren hard, het dek was stijf en zeer
zwaar, de lakens voelden vochtig aan. En het was er zoo koel dien nacht,
terwijl de kaars de naakte witte muren schemerig verlichtte, dat ons
verblijf op een grafkelder geleek en wij als in graven lagen. De
volgende dag was een Zondag en toen ik klam ontwaakte in het doodsche
vertrek, zag ik langs de oude, wit glimmende, massieve vensterkozijnen, in
het venster-vierkant onder het ouderwetsche, half opgetrokken, ophaalgordijn
in het triestige, kale stadje.’ (Verbeeldingen, Amsterdam,
z.j. [1908], p. 10-11). In de loop van 15 september wisselde Van
Deyssel het logement Schwanen voor het aangenaam comfort biedende Hôtel Bellevue. Overigens verliet hij op 16 september
Schaffhausen om zich via Offenburg naar Karlsruhe te begeven, alwaar hij het
daar door hem betrokken Hôtel Grosze eerst op 20 september
kon verlaten na binnenkomst van een telegrafische wissel van de Amsterdamse
diamanthandelaar A.S. van Wezel, (zie Gedenkschriften,
editie Harry G.M. Prick, a.w., p. 597-598). Op 20 september reisde hij via
Frankfurt - waar hij de reis onderbrak om rijkelijk te dineren - en
vervolgens via Keulen en Nijmegen (waar hij in de
stationsrestauratie omstandig soupeerde) terug naar Baarn. Een te Karlsruhe
te 8.55 in de voormiddag verzonden telegram had zijn vrouw verwittigd dat
zij haar man en oudste zoontje nog diezelfde dag 's avonds zou kunnen
verwachten.
|