De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd26Baarn, 9 November 1894.
Amice, Vandaag en gisteren ben ik weêr een beetje beter.Ga naar voetnoot107 (Houd deze bruuske mededeeling ten goede.) De laatste berichten uit Amsterdam heb ik van verleden Zaterdag. Zij luiden dat mej. | |
[pagina 46]
| |
Vis, die, samen met mej. de Swart, Kloos oppast in de Parkstraat 438, aan verschillende oudmedewerkers van den Nieuwen Gids om bijdragen zoû vragen voor een ‘ten voordeele van K. uit te geven aflevering van den N.Gids.’ Dit nu, vind ik, om het zoo maar in-eens te zeggen, en in verband met wat je me schreef over je besprekingen met Goes, - een absurd ondernemen. Ik acht maar twee dingen eenigszins redelijk: òf een voortzetting van den N.G. in het karakter dat Tideman er aan gegeven heeft; òf een samensmelting van het tijdschrift met het onze. Maar dat er een ander tijdschrift, net zoo als het onze naast het onze zoû bestaan, twee nauwkeurig gelijke en wedijverende dingen, - dat vind ik bepaald verkeerd. En ik zoû het heel naar vinden als de menschen, die zich pas verbonden hebben bij ons te werken, nu ook aan een precies dergelijk ander tijdschrift gingen schrijven. Het moest ook, dunkt mij, voor ieder duidelijk zijn, dat de twee naast elkaâr zouden kwijnen, terwijl zij, vereenigd, zouden bloeyen. Er is ook absoluut geen enkele intellektueele of materieële reden, die het bestaan van twee gelijke tijdschriften zoû rechtvaardigen, ten zij - het oogenblikkelijke voordeel van Versluys. Kun je bij eventueele ontmoetingen met menschen, misschien een weinig in deze richting ageeren en hun duidelijk maken, dat in der daad het eigenbelang van Versluys hier het éénige motief kan zijn. Je vindt dit immers ook? Iedereen moet dit, dunkt mij, inzien. - Ik heb met misnoegen waargenomen, dat onze medewerker Frans Coenen iets goeds in Nederland heeftGa naar voetnoot108 en onze medewerker v. Deventer iets in den Gids.Ga naar voetnoot109 Waarom heeft Chap ons dien Phaedrus niet gegeven. Wij kunnen alleen waarlijk bloeyen als wij eenigszins het monopolie der produkten van onze medewerkers hebben. - Dat stuk van Bolland zoû dienst kunnen doen voor als Jelgersma's serie zal zijn afgeloopen. Het zoû zeer goed zijn om een grooten voorraad van plaatsbare stukken te hebben, waaromtrent wij aan geen tijd gebonden waren. Daarom vond ik dat aan Bolland geandwoord moest worden, dat wij zijn stuk zoo spoedig mogelijk zullen plaatsen maar niet kunnen beloven, dat het in de eerstvolgende aflevering zal beginnen. Als wij het stuk maar vast hèbben, dan zal de rest wel in orde komen. - Wij zullen pas waarlijk aktief redaktioneel kunnen handelen, dat wil zeggen, maken dat alle goeye dingen bij ons en niet elders komen, èn de menschen aanvuren bij hun werk, als wij maandelijksch verschijnen.
Nu nog een paar opmerkingen over de uiterlijke inrichting der afleveringen. 1o. stel ik je voor in 't kontrakt een bepaling te voegen, waarbij uitdrukkelijk de geheele uiterlijke inrichting van de aflevering, van de kleurnuance van den omslag af tot de minste typografische komma toe, afhankelijk wordt gemaakt van het besluit der meerderheid van eigenaren, dus wij 2 stemmen en de uitgever éen. - | |
[pagina 47]
| |
Het innaayen geschiedt slecht: zoowel bij het tijdschrift als bij mijn Verz. Opst. Dadelijk laat de rug los.Ga naar voetnoot110 2o. moet, - vin je niet? - te beginnen met de 3e afl. boven elk stuk de titel van het stuk op de bladzijde herhaald worden. De eenvoudige pagineering in 't midden der bladzijde is veel te eentonig. Met hartelijken groet, ook aan Kitty,
t.t. K.Alb.Th.
Mijn vrouw haar hand is nagenoeg beter; maar 't blijft natuurlijk een lidteeken. Wij brengen ons dagelijks je standvastig hulpbetoon te binnen en schrijven ook dáaraan het spoedige herstel toe. |
|