De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd144Noordwijk aan Zee, 24 Juli '94
Amice, Wibaut heb ik gevraagd of er bij een paar economische boeken in de laatste engelsche boekenlijst een was dat hij bespreken wou. Hij vroeg om éen ervan, dat ik zoo vrij ben geweest aan Groesbeek op te geven. Vanwege prof. Bolin in Helsingfors kreeg ik verleden week aanzoek of ik ook zorgen kon dat een boek van hem over Spinoza, in Berlijn verschenen, in de Nieuwe Gids besproken werd. Ik schreef terug: in ons tijdschrift, en meteen aan Lotsij of die 't wou doen. Die zei graag;Ga naar voetnoot332 en nu heb ik den prof. verzocht zijn boek te sturen. Ik was gister bij Zilcken.Ga naar voetnoot333 Hij zal d'Estrée (of Destrée)Ga naar voetnoot334 vragen, die zeer goed moet zijn, voor berichtjes uit Parijs; en hem als honorarium een exemplaar aanbieden. Hij sprak ook van de brieven van Bauer.Ga naar voetnoot335 Jolles had ze eens gevraagd, maar daar was niets van gekomen. Z. wist niet waarvoor. Hij zou nu zien ze voor ons te bemachtigen. Z. zelf zal 1 ½ blz. uit Den Haag, en mogelijk nog enkele andere berichtjes sturen. Wat je zegt van Jolles - wij moesten alles aannemen, maar in alles vrij blijven. Over een week b.v. dienen wij den inhoud van het 1ste nummer definitief vast te stellen en het zou mooi zijn als wij dan tegen niemand gebonden waren en uit alles wat er is een vrije keus konden doen. Waarom zouden wij bij Veth soebatten. Wij zullen hopen dat hij het later een eer | |
[pagina 201]
| |
zal vinden met ons te mogen meewerken. Wacht maar, we zullen in den waren geest van alle pretendenten, zoodra we koning zijn, geen consideraties hebben met den enkeling. Mag ik je namenlijstje in bedenking houden? Koenen met een K inviteerde ik voor Jolles. Pas verschenen boeken in Holland weet ik geen. Fransche alleen. I. Autour des Theatres II. La Musique III. Les Arts IV. Les Livres etc. etc. Mij dunkt, iets dergelijks, waarbij alle kleine boekbeoordeelingen, brieven, stukjes van periodiek belang, dadelijk hun plaats zouden vinden, - wat zeg jij ervan? Veth, Biederlack, Chap, Zilcken Destrée, Vermeylen zijn de aangewezen lui om zulke rubrieken aan te vullen, behalve wijzelf natuurlijk. Nog eens over buitenl. bibliografie. Ik ben daar éven zeer voor als jij. De zaak is alleen dat ik nu niets zie, en ook niet weet hoe wij die zóó gauw klaar zouden spelen. Daarvoor dienen wij stellig geregeld de vreemde periodieken te lezen, om de recensies, zooals de Engelsche Academy en Athenaeum.Ga naar voetnoot336 We moeten uit Parijs en Londen (ook uit Berlijn, want daar zijn op 't oogenblik heel interessante verschijnsels) bericht krijgen van het nieuwste. Enfin, als dat goed zal zijn en blijven vereischt het een organisatie die we zeker niet in een paar weken klaar spelen. Over het gemis van een Polit. Overzicht kan ik me niet zeer bezorgd maken. Tak geeft Muller op, maar Muller heeft mij geschreven, toen ik zijn medewerking vroeg, dat hij op reis ging en voor de eerste keer niets kan doen. Jelgersma? Maar is het bezit van een rubriekje Polit. Overz. in 't eerste nummer, zoo belangrijk dat we er misschien een half vel vervelend proza voor moeten opnemen, terwijl de ruimte toch al zoo beperkt is? Een droevig bericht is de diefstal van ons katertje. Ik had het begin Augustus willen meebrengen. Nu kom ik alleen. Boosaardige knapen hebben het meêgevoerd. Groet je vrouw.
tt Alb. V. |
|