De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd141Baarn, 23 Juli 1894
Amice, Jolles vraagtGa naar voetnoot327 1 vel in de 1e aflev. voor een ‘bespiegelend opstel over het Mysteriespel’ (een vervolg vormend op zijn artikelen over de Primitieven in het Weekblad).Ga naar voetnoot328 Ik heb hem gezegd dat dit natuurlijk niet aanvaard kan worden vóor de red. het gelezen heeft, maar dat, aangezien die artikelen in het Weekbl. zeer goed waren (ook Derkinderen vond ze zoo), ik hoopte dat het, zij 't gedeeltelijk, in de 1e afl. zoû kunnen komen, b.v. ½ vel in de 1e en ½ vel in de 2e aflev. O.a. daar Jolles van die groep jongeren stellig een der twee besten is, zoû ik hier zéer vóor zijn. - Het zijn geen verzen, maar is een letterkundige studie, en wij moeten hem, dunkt mij, in 't begin niet afschrikken. - | |
[pagina 199]
| |
Nu nog iets over de afdeeling Boekbeöordeelingen. Daargelaten wat er komen mag van Chap, Biederlack en Prins, welke laatste mij iets over De Goncourt èn over Tolstoi in zijn laatsten brief toezei,Ga naar voetnoot329 daargelaten ook jouw schrijven over Kloos' verzen en het eventueele mijne over Couperus, - zoo is bij dat alles nog niet dít: een, zij 't korte, appreciatie van het beste onder het pas verschenene, min of meer in den geest der Buitenl. Bibliogr. in het Weekbl. Het is nu juist het stille seizoen, maar is er ook niet iets binnenlandsch, van H. Swarth of zoo, pas uitgekomen?- Weêr iets anders. Mr. S. Muller Fzn. heeft bedankt. Ik geef je nog in overweging: J. Winkler Prins, Dr. A. Bredius, Ch. Boissevain(?), Louis Couperus, Van der Pek en Mr. W.W. v. Lennep (vertaler van Keats Hyperion); Wibaut is geen Mr. - Bedoelde je werkelijk, dat je aan Koenen, met een K, geschreven hebt. - Met groet.
tt K. Alb. Thijm |
|