De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd139Baarn, 22 Juli 1894
Amice, Uit je brief van 18 Juli maakte ik op, dat het prospektus 19 Juli in den voormiddag afgedrukt en uiterlijk gisteren, 21 Juli, verzonden zoû zijn. Er staat echter nog niets van in de kranten en daaruit besluit ik, dat het nog níet verzonden is. - Het is maar te hopen, dat Groesbeek zorgt, dat de eerste aflev. in elk geval precies op den datum verschijnt. - | |
[pagina 197]
| |
Bolland heeft aangenomen, maar kan in dit zijn verlofjaar zonder boeken of iets hier zittend waarschijnlijk nog niets geven. -Ga naar voetnoot322 De drie eerste abonnés heb ik aan Groesbeek opgegeven. De zwarte wolk in mijn stemming is nu weêr voorbij. Het was aan míj om jóuw exkuzes te maken voor de mededeelingen daarover. Mijn ontstemdheid was echter absoluut niet veroorzaakt door jouw voorlaatste schrijven, waarin ik niets zieks noch zenuwachtigs heb bespeurd. Ik vind heel natuurlijk, om niet te zeggen vleyend, dat je aandrong om iets van mij in de 1e aflev. te hebben. Wat ik schreef sloeg daar niet op, maar was heel in 't algemeen bedoeld. Ik ben nu zelfs al weêr aan 't werk voor die eerste aflev., dat over Couperus,Ga naar voetnoot323 maar betwijfel of 't klaar komt. - Gorter heeft besloten vooreerst niets in te zenden.Ga naar voetnoot324 Het zoû een heele rustigheid geven als wij nu maar zeker konden zijn van Veth en van het Politiek Overzicht. Het is eigenlijk erg náar dat Veth niet dadelijk met geestdrift aan 't werk gaat, maar dat je je in een vroeger nooit bestaan hebbende verhouding tot hem moet begeven, namelijk die van soebatten en smeeken, om iets gedaan te krijgen. Addio! Vele groeten
K. Alb. Thijm |
|