De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd114Noordwijk/Zee 31 Mei '94
Amice, Sints twee weken ben ik weer op Noordwijk. Deze week heb ik van Tideman jouw kopie en die van LooyGa naar voetnoot263 teruggekregen. Hij schreef mij dat de door mij ingezonden kopie te zijnen huize te mijner beschikking was en me op mijn verzoek zou teruggezonden worden. Ik heb geantwoord dat ik ingev. zijn schrijven bij dezen verzocht mij de kopie die te zijnen huize te mijner beschikking was, te doen toekomen. Het deed mij pijnlijk aan, je aan mij toevertrouwde bladzijden verknipt terug te krijgen. Deze door Tideman geschoffeerde maagd stond onder mijn hoede, dacht ik. Ze gaat hiernevens. Hoe ver ben je met je bespreking van Couperus?Ga naar voetnoot264 Het zou nu wel goed zijn, | |
[pagina 167]
| |
dunkt me, als we onze belangrijke produkten een beetje apart legden, totdat we ze bij tijd en wijle zoetjes kunnen aaneenvoegen tot een tijdschriftnummer. Van Looy, de uitgever, heeft mij geschreven dat hij zich aanbeval voor het voortzetten van de N.G. Nu laat ik in 't midden hoever het wenschelijk of geraden is een N. Gids voort te zetten, maar uit zijn happigheid blijkt wel dat er, als wij willen, geen bezwaar tegen zal zijn een soortgelijke uitgaaf op touw te zetten. Op 't oogenblik lijkt het me zelfs dat die heele zaak beklonken is, zoodra jij, GoesGa naar voetnoot265 en ik afspreken ertoe over te gaan. Vooraf zou ik graag nog eens uitvoerig met je spreken. Zou je in staat zijn daarvoor in de eerste helft van Juni hier te komen? Wij zouden dan als wij ons besluit genomen hadden, Goes hier vragen.
Gister had ik De Voogd hier. Hij kwam met het voorstel dat ik ook aan jou en Van Looy doen moest, dat wij een vaste rubriek van de K.W. onder ons beheer zouden nemen. Hij wou ons uit zijn boeken aantonen dat hij nu al niet meer dan 80 a 100 gld per week op de zaak toelei en dat als het aantal abonnés (wat hij stellig verwachtte) door onze medewerking verdubbelen zou, hij al een mooie winst zou overhouden. Inplaats van honorarium wou hij ons dan elk 12 ½% van die winst toekennen. Ik heb hem geantwoord dat ik het den heeren schrijven zou, maar dat ik wat mij aanging kon, en wat hun aanging meende te kunnen zeggen dat in elk geval het besluit daarop te nemen, zou dienen te wachten op het einde van de onzekerheid waarin de heeren tegenover bestaande en mogelijk op te richten maandschriften stonden; - en dat ik ook nadat die onzekerheid had opgehouden niet ervoor dorst instaan dat de heeren genegen waren de voorkamer te komen bewonen van een huis dat in zijn achtervertrekken door zulk schorremorrie werd onveilig gemaakt. Daarmee is hij heengegaan, na nog even geprobeerd te hebben of ik niet als letterkundig kompagnon met een beetje kapitaal in de zaak wou komen. Ik heb hem geraden aan Van DeventerGa naar voetnoot266 een mooie positie aan zijn blad te verschaffen, want dat | |
[pagina 168]
| |
Charles M. van Deventer (1860-1931). Foto Willem
Witsen
| |
[pagina 169]
| |
ik geloofde dat dat hem ten slotte voordeelig zou uitkomen, maar hij was bang voor v. D's gemis van een beetje kapitaal. Schrijf mij eens gauw, en of je komt. Groet je vrouw van me. Veel groeten
tt Albert Verwey
Ik ben je zeer verplicht voor de veertig guldenGa naar voetnoot267 die Van Kampen me verleden week thuis zond. |
|