De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey
(1981-1986)–Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd76Noordwijk a/Z 18 Decr. '90
Amice, Ik zie nu wel dat ik mijn, vroegeren, indruk van een vrij onschadelijken Goes tegenover jouw, lateren, van een schadelijker gesteld heb. Ik voelde dat vaag toen ik mijn brief verstuurde, en ik stuurde hem omdat ik je graag schreef. Ik las noch ‘het jaar 2000’ noch ‘aan Tindal’. Precies gezeid, geloof ik dat ik er bang van was, bang dat ze me deren zouden en den Goes doodmaken dien ik nog in me had. Ik wist niet dat hij dat gezegd had, wat jij schrijft, dat bedoel ik, van zijn hand. Ik wou zeggen dat ik dat vervloekt náár vind.
Dat vind ik heel pleizierig wat je schrijft dat je in April eens hier komt. Laat het dan geen uurtje zijn, maar al den tijd dien we noodig hebben om elkaars gedachten zoetjes aan te zien uitwandelen door de vertrekken en over de vlakten van ons samen zijn. 't Is hier heel mooi en er is een kamer waar je werken kunt met uitzicht over Holland heen. Misschien zal ik dan al in 't publiek iets van mijn doen vertoond hebben: mogelijk ook niet, en dan mag je alles bekijken. De kunst vaarwel gezegd heb ik niet: ik schrijf integendeel niet anders dan verzen, en hoop te bereiken wat ik voor een jaar of wat me heb voorgesteld. Mijn zoeken is nu inplaats van naar de hooge, hartstochtelijke, naar de ruime, rustige stemmingen en daar is het hier goed voor, waar Holland om je heen leit of je 't glad kunt strijken met je vlakke handen. Het grootste wat ik zoo gemaakt heb is een vers van een paar honderd verzen,Ga naar voetnoot194 jamben, waarin ik veel van mijn vroeger leven heb saamgevat. Maar 't meerendeel is kleine stukken en oogenblikkelijke impressie. | |
[pagina 130]
| |
Wat men zegt van mijn ‘studeeren’ zal daardoor ontstaan zijn dat ik een heelen tijd, ook nog eenige maanden in mijn huwelijk, doende was, niet met het opschrijven van konkrete voorstellingen in verzen, maar met het samenstellen en begrenzen van algemeene voorstellingen van wat er in de wereld gebeurde of op die of deze wijze ontstaan was. Ik las daarvoor nog al eens boeken uit de Van Vloten bibliotheek, en leek, met het meest poëtische werk bezig, dusdoende een heel student.Ga naar voetnoot195 Een literatuurgeschiedenis - ik loop al jaren d.w.z. twee met het plan mijn kennis van hollandsche verzen te gebruiken voor het saamstellen van een of ander prettig boek over Holl. literatuur; maar 't is werk van snipperuurtjes, zoodat ik hoop dat je je er niet veel eraan zult laten gelegen liggen. Ziehier dan mijn biecht - ik hoop dat ik er 't een en ander omtrent jou en je geestelijken inboedel meê verdiend heb. Ik hoop dat je stoffelijke inboedel je niet lastig meer zijn zal en blijf, wèl groetend,
tt Albert Verwey
Mag ik je geografie van Z. Holland aanvullen? Noordwijk a/Z leit namelijk bij Leiden . |
|