339
Amsterdam 14 Mei 1903
Beste Karel,
De acute kwalen gaan nu weer beter, maar mijn pols is te zwak en het hart schijnt niet geheel normaal te zijn. Wat mijn gezondheid betreft, is er dus geen reden om tegen een onverwacht bezoek en dan van Jou! - op te zien, maar het bezwaar dat ik uit moet blijft bestaan, en dan vind ik dit heel naar, en voor Mien is het niet prettig als je komt, wanneer wij juist alles hebben opgegeten, omdat we geen meid hebben. Kan je bijvoorbeeld om vier uur komen of laten zeggen dat je komt eten, dan is alles in orde - als ik den avond vrij heb. Zaterdag 16, Zondag 24 en Zaterdag 23 Mei moet je niet komen. Voor zoover ik het nu kan nagaan ben ik alle andere achtermiddagen tot je beschikking, en ik verlang heel erg je te zien.
Met veel liefs, ook voor Vrouw en Kinderen,
Je vriend
Nol.