De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd330Amsterdam 15 October 1902
Beste Karel, Hartelijk dank voor het precieus souvenir aan Uw Feest van 26 November 1899, waarmede Gij mij hebt willen vereeren. Uw Bezoek aan den Dom te KeulenGa naar voetnoot501 heb ik heel héél mooi gevonden, en, nu ik het mocht overlezen, genoot ik er opnieuw van. Ik stel er veel prijs op Uw Werk in deze fraaie uitgaaf te mogen bezitten. | |
[pagina 319]
| |
K.J.L. Alberdingk Thijm
| |
[pagina 320]
| |
I October ben ik ziek geworden. De dokter constateerde dat mijn lever gezwollen is en mijn ademhaling wordt belemmerd. Misschien heb ik ook suikerziekte, maar dit werd nog niet uitgemaakt. Ik heb pijnen gehad in schouderbladen en schouders, die zijn nu geweken. Ik ben mijn werk blijven doen en ging tweemaal spelen in Den Haag en ééns in Nijmegen. Nu voel ik mij nog heel zwak. Zoodra de acute ziekte genezen zal zijn, moet ik mij onderwerpen aan een voor te schrijven leefregel en diëet. Gij hebt mij laatst, toen ik het voorrecht had door U ontvangen te worden, medegedeeld dat Ge (doorgehaald: eens) zoudt trachten Uw Werk met het vriendschappelijk verkeer te vereenigen. Mag ik U eens bij mij noodigen, zoodra ik meen, dat mijne gezondheid mij dit toelaat? Met veel liefs, ook voor Uw Vrouw en Kinderen,
De Uwe Arnold Ising. |
|