264
Amsterdam 28 September 97
Beste Karel,
Vriendelijk dank voor je brief. Naar, dat Cateau ongesteld was, maar het plezier er van is, dat wij nu de pret nog in het vooruitzicht hebben.
Zondag middag ben ik even naar IJmuiden geweest om Jan, dien ik sedert zijn huwelijk nog niet (doorgehaald: gezien) bezocht had. Ik vind zijn vrouw precies als IJmuiden - er is geen land achter. Een doodelijke verveling van haar uit, maar Jan zei dat ze nog verlegen is voor zijn vrienden. Zij was ook slecht gekleed, en lijkt mij een comble van onbeduidendheid. Ik vind het zoo jammer voor Jan, al ziet hij 't nu anders in; maar hij vertelde toch iets van een beetje geeuwen! Zij hebben een klein hondje - om de leegte aan te vullen?
Zondag 3 October hoef ik, hoogst waarschijnlijk niet te spelen; maar voor 't oogenblik, voel ik mij moreel verplicht dien dag naar mijn ouders te gaan; maar in de volgende week kan ik wel een middag komen, en ik verzoek verlof dien Zaterdag nader te mogen aanduiden.
Vele hartelijke groeten, en beterschap met je vrouw
tt
Arnold Ising Jr.