235
Die Port van Cleve
Amsterdam.
18 Septbr. 96.
Beste Karel.
Het spijt mij dat ik in zoolang niets van me liet hooren. Ik heb alle dagen aan jou en de lieve zieke gedacht, maar ik heb 't tegenwoordig zoo druk met het Tooneel. Hoe gaat het met je vrouw, en met Joopie?
De toestand van mijn moeder blijft hetzelfde. Het loopen gaat iets beter - snel - recht voor zich uit, iets als een automaat, maar zij kan zich niet aankleeden en niet wasschen, en zoodra zij een beetje moe is, rammelen haar woorden, als te weinig gearticuleerde holle klanken. Mijn vader gaat in zijn eentje alle dagen naar Scheveningen - per träm en 's avonds naar een Café, en voelt zich zwak. Ik zou je graag eens zien - al was 't maar even - er zijn toch altijd eenige uren mee gemoeid. Wil ik probeeren Zondag over acht dagen, 27 September bij je aan te komen? b.v. in het middaguur.
Van heeler harte, het beste!
Je
Nol.