De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904

221

Amsterdam 4 Juni 96.

Beste Vriend,

Van daag ben ik voor het eerst heelemaal niet naar den Schouwburg geweest. Het is zoo plezierig om je te kunnen laten gaan en niet ergens heen te moeten. Ik heb dus vacancie, om twaalf uur stapte ik al langs het IJ, heelemaal zilver met heel licht groen aan den overkant. Het is weer even warm als in het begin van April of zoo - toen ik U een bezoek bracht, maar nu geven de boomen schaduw.

[p. 246]

Ik ben weer secretaris, krijg met Sept. mijn oude salaris terug, en mijn kamer met den Raad van Beheer, twee schrijftafels en de sleutels van alle kasten - want schop er niet tegen, Kwiekie, Kwakkie, Kwoekie, Klein Duimpie, bloemzoet Nevie, van Lochempie⁴⁰² is eindelijk opgedonderd. Het speet hem wel - ja goddorie mij ook - de werkkring was zoo plezierig en de verhouding en het tooneel en de dames en de toiletjes, maar je vrouw, watblief!, kan ook niet altijd alleen zijn en de literatuur en de Mannen van Beteekenis⁴⁰³ en Peyzel⁴⁰⁴ en Mounet Sully⁴⁰⁵ - al twee jaren lang beloofd. Voor vier maanden ligt t'huis zijn werk al klaar. Niets doen in de wereld, neen hoor! Ik ben vlijtig Flippie, kijk stiekem naar een hippie!⁴⁰⁶

In Mei ben ik een paar dagen naar Parijs geweest, Salon gezien, twee leelijke stukken, veel plezier gehad in mijn eentje.

Als je niet hier kunt komen, zou ik je in de tweede helft van Juni als je het goedvindt en het Cateau schikt, gaarne eens bezoeken. Hoe gaat het met de gezondheid?

Veel liefs voor U en de Uwen, van harte,

Je

Arnold Ising Jr.

402 Zie aantekening no. 369. Van Loghem had ontslag genomen als literair adviseur van de K.V.H.N.T., maar bleef lid van de Raad van Beheer.

403 Een reeks kleine monografieën, waaraan Van Loghem een ijverig medewerker was: Sara Bernhardt (1885), Victor Hugo (1886), Leconte de Lisle (1890), Théodore de Banville (1891), Pierre Loti (1892), Octave Feuillet (1894) en Paul Bourget (1901).

404 Dr. Ewaldus Daniël Pyzel, van huis uit physicus en uit liefhebberij musicus, speelde in het Amsterdamse kunstleven een rol en redigeerde van 1884-1898 de reeks Mannen van Beteekenis, waarin hij zelf publiceerde over een aantal politieke figuren uit het buitenland.

405 Tot het schrijven van een monografie over de Franse acteur Jean Mounet-Sully (1841-1916) is Van Loghem niet gekomen.

406 Ising citeert hier de komiek Michel Solser (1865-1893). In de jaren 1888-1892 werd in de Vic(toria), in de Amsterdamse Nes, 's nachts om 12 uur een Revue Artistique opgevoerd. Daarin is Solser meer dan duizend maal als Flipje opgetreden.