De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd2181 Febr. 96.
Amice, Tot mijn groot leedwezen, zie ik geen kans om morgen bij U te komen. Ik doe steeds plezierige uitstapjes, en moet morgen avond weer spelen in Den Haag. Gisteren ochtend stond ik in donker op te Enschede, moest toen ook naar Den Haag, en kwam gisteren avond om half een t'huis. Ik ben heusch blij als ik eens even niet naar een trein hoef. Het is ellendig, maar ik ben omstrengeld door Het Tooneel. In provincieplaatsen ben ik som 's nachts, ook aan het Tooneel. Dan slaapt een tooneelspeler op de zelfde kamer als ik. Opstaan doe ik met het Tooneel en naar bed gaan met het Tooneel, en omberen, omberen, omberen zoolang ik niet op het tooneel ben. Vanavond de regent van Frankrijk in de | |
[pagina 245]
| |
BultGa naar voetnoot401 op het Tooneel, en morgen de Bibliothekaris met het tooneel, en Maandag weer de Bult op het tooneel, en dan Richard III van het tweede tot het negen-en twintigste tafereel op het tooneel. Ja, verdomd hihoha, het tooneel, en repetitie op het tooneel en onder het tooneel de burgerlijke stand en de advertencies en aanplakbiljetten voor het tooneel. Lieve Amice het tooneel moet van het tooneel voor ik bij U kan komen. Vele groeten voor Uw Vrouw en kindertjes. Van harte,
Uw Arnold Ising Jr. |
|