De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904

198

Amst. 13 Juni 95

Beste Karel,

Zooeven ontvang ik je vriendelijken brief.³⁸⁰ Het treft prachtig, want ik had je willen vragen of ik Dinsdag 18 dezer komen mocht, in plaats van Zaterdag, omdat ik geen geld heb en Maandag een half maandje salaris ontvang en omdat Dinsdag avond ons zwarte poesje: Wimpie is weggeraakt.

Mina trekt zich dit geval zeer aan. Ik vind het ook akelig en ik wil haar liever de eerste dagen niet alleen laten.

Mocht ik dus niets van je hooren, dan kom ik gaarne Dinsdag 11.21 (11.41) in Baarn.

Ik weet niet of ik je geluk moet wenschen met je benoeming tot Lid van de Maatschappij van Ned. Letterkunde. Met belangstelling heb ik je naam gelezen, maar daar je er weinig aan hebt en het centen kost, vermoed ik dat je misschien bedanken zult.³⁸¹

Vele groeten voor je vrouw en Jozef.

Van harte,

Je

Arnold Ising Jr.

380 Niet bewaard gebleven brief van 12 juni, waarin Thijm aan Ising had voorgesteld (blijkens een notitie van die datum) hem op zaterdag 15 juni te bezoeken. Op die laatste datum schreef J.G. ten Bokkel (toen woonachtig te Haarlem) aan Thijm: ‘Woensdag hadden we 't genoegen, de geslachten v.d. Goes en Nol bij ons te zien. 't Was bijna een dag uit 1883’.

381 Dit heeft Thijm inderdaad gedaan.