189
Baarn, 23 Januarie 1895.
W.V.,
Hoe is het er nu meê? Na Uw laatste mededeeling dat gij een dag zoudt bepalen, waarop wij het genoegen zouden hebben U te zien, hoorde ik niets meer van U. Zouden wij op a.st. Zondag mogen hopen, of een anderen dag?
Met vr. groet,
Karel Alberdingk Thijm.