187
Amsterdam 3 Januari 95
Beste Vriend,
Van harte hoop ik dat Gij, Uw vrouw en Uw Kroost een gelukkig jaar tegemoet gaat.
Ik heb den laatsten tijd weer heel erg getobt met Mien, eigenlijk door toedoen van Peypers. Hij is een akelige, spijkers op laag water zoekende, pieterige, eventjes wèldoende en dan terstond ómvallende, eigenwijze Kerel. Enfin - ik brand van verlangen om U dat alles eens netjes en uitvoerig te vertellen.
Intusschen heb ik nu een anderen geneesheer, die haar in een paar dagen heeft opgeknapt.
Zondag zou ik heel graag komen, maar ik moet 's avonds Vader Gosewijn doen, dus ik durf het niet te wagen. Ook kan ik op het oogenblik nog geen anderen dag bepalen. De volgende week moet ik alle avonden en in verschillende plaatsen spelen.