150
Amsterdam 4 December 93
Amice,
Toevallig verneem ik dat de Heer Charles Van der Horst een dezer dagen het voorrecht zal hebben Uw Gast te zijn.
Met het oog op de warme belangstelling, die de Heer Charles Van der Horst uitspreekt voor ons Vaderlandsch Tooneel, kom ik U, op gevaar af van onbescheiden te zijn en met de zekerheid dat mijn verzoek overbodig is, beleefd en vriendelijk vragen hem niet te zeggen wat ik het genoegen had U te mogen meedeelen over de plannen, die de Kon. Vereeniging heeft tot reorganisatie.
De weetgierigheid van den Heer Charles Van der Horst zou aanleiding kunnen geven dat Gij U een woordje liet ontvallen, en dit zou mij zeer zeker in de grootste ongelegenheid brengen.
Wil dit encombrante schrijven excuseeren en de verzekering aanvaarden dat het alleen dient tot mijn eigen geruststelling.
Behalve Dinsdag en Zaterdag ben ik deze week alle dagen alleen van 11-2 uur op mijn kamer in de Amstelstraat. Mocht Gij in de stad komen, dan zou het mij zeer aangenaam zijn U te zien. Ik mag U dan zeker wel uitnoodigen dien middag in een openbare gelegenheid te gaan eten.
Mijn beste groeten voor Uw vrouw en zoontje.
Geloof mij,
tt
A. Ising Jr.