De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 198]
| |
143Aan den Heer A. Ising Jr. Amsterdam.
Hamburg Pöseldorf Heimweg 3I Adresse: Herrn Prins.Ga naar voetnoot324
Beste Arnold, Uw schrijven heeft mij buitengewoon veel genoegen gedaan. Ik wil niet verbergen dat de daar ingelaschte te-kennen-geving omtrent het nog-niet-voor-goed-gedáán-zijn van onze pikturaal-finantiëele delikatesse mij een verbazend prettige verrassing is geweest. Ik meende en peinsde en vond en dacht dat het nu reeds méér dan mooi en goed was geweest; maar beken dat aan wat nog komen mag een niet mindere graâgte van ontvangst te wachten staat. Het min of meer baronachtige mij-of-ons aanhoudend-verplaatsen heeft nu uit (Ik ben alléén bij Prins, mijn gezin zit zich te Bergen in het zonnetje te warmen); maar in het najaar (doorgehaald: sta) heb ik enkele gebeurtenissen in 't vooruitzicht, waarbij ook in den buidel getast zal moeten worden, waarbij eene verhuizing misschien naar de buurt van Zutfen, waarvan de kosten evenwel natuurlijk belangrijk lager zullen zijn dan die ik eertijds voor een verplaatsing der inboedels naar een ver bergland had geraamd. Ik zoû misschien ook wel in Blarikum of aan de Vecht kunnen wonen, maar geloof bij Zutfen beter en goedkooper te recht te komen. Ik hoop U weldra dat alles met een zekere breedvoerigheid, die aan misbruik-maken van aandacht-welwillendheid grenst, mondeling mede te deelen. Eigenlijk ben ik tot een goeden gestels-toestand teruggekeerd en jubel zacht: nee, ik bèn nog niet verlóren, falderalderiere. Hoewel alle verschijnselen mijner krankheid-van-zenuwen nog niet geheel verdwenen zijn, zijn die toch tot zoo goed als niets teruggebracht en ben ik daarenboven op een andere manier weêr sterker dan ik vroeger was. O vriend hoe warm is het de laatste dagen. Ik hoop, en denk ook dat in 1894 de Vereeniging U níet zal ‘bebliksemen’. Leeft Maussie dus ook nog? Het is fataal dat ik behoefte heb aan zoo veel voeding en dus (zéér vertrouwelijke-mededeeling) genoodzaakt ben hier dagelijks nog even in een restauratie te gaan. Spoedig meer, blijf gezond, groet uwe gezellin en aanvaard mijne betuigingen.
Zeer de Uwe K. Alb. Thijm. |
|