De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr., 1883-1904
(1968)–Lodewijk van Deyssel, Arnold Paul Constant Ising jr.– Auteursrechtelijk beschermd133Amsterdam, 22 Maart 93
Amice, Je briefGa naar voetnoot303 en beide briefkaarten303 had ik het genoegen te ontvangen, en de post brengt mij nooit iets, waarin ik meer belang stel dan in hetgeen Gij mij schrijft. Ik zeg dit niet uit vriendelijkheid, maar omdat ik het meen. Gelukkig dat ge je wat beter voelt, al gaat het dan langzaam. Vergun mij Uw plan toe te juichen om te trachten dichter bij de gewenschte hoogte te logeeren dan nu het geval is. Je hechten aan voorteekenen herinnert mij aan de bijgeloovigheid van sommigen onzer vrienden - hier. Witsen zou laatst in een aapje stappen, en zag juist bij tijds dat het nummer 39 = 3 × 13 was. Tot niet geringe verbazing van de bestuurder van 39, ging hij in een ander rijtuig. Breitner laat zeer gaarne de kaart leggen en van François Erens weet jij beter dan ik dat hij er gants niet vrij van is. Onze wederzijdsche droomen worden met de meeste belangstelling aangehoord en op het leven toegepast. In een der laatste nummers van het tijdschrift: de Nieuwe Gids heeft Gerrit Jan Hofker een droom over WitsenGa naar voetnoot304 doen plaatsen. Kloos en Boeken hebben hun uitstapje verlengd door er Rome bij te nemen, waar zij aanvankelijk geen plan op hadden. Zij zullen nu op weg zijn tusschen Rome en Venetie en hebben dus de terugreis aanvaard. Rome viel hen tegen. Zij vinden het een klein stadje. Ik ga morgen voor twee dagen naar Leeuwarden en Groningen om daar te spelen in Judith. Ik wou je voorstellen je niet het schilderssommetje in ééns te sturen, zooals eerst mijn plan was, maar in termijnen, zich regelend naar hetgeen ik er van te pakken krijg - omdat het lang kan duren voor allen, die er aan meedoen iets hebben verkocht. Behalve de ƒ160, waar je reeds van weet, heeft er nu nog één, een teekening verkocht voor ƒ100. Ik heb nu gevraagd die ƒ260 te mogen ontvangen en dan wou ik je die, als je het goedvindt, maar subiet sturen, zoodra ik ze heb. In de Oprechte Haarlemmer Courant heb ik gelezen dat ik mijn Secretarisbaantje zou neerleggen, terwijl de Heer Herman Heyermans Jr,Ga naar voetnoot305 verslaggever van de | |
[pagina 189]
| |
Mina Ising-Otten
| |
[pagina 190]
| |
Telegraaf mijn aangewezen opvolger zou zijn. Eenige andere bladen hadden de vriendelijkheid dit bericht over te nemen. De Heer Herman Heyermans Jr. is kortgeleden uit Rotterdam hier aangekomen en wordt aangezien voor een indringerig Joodje. Hij moet bij W. Stumpff en A.C. Wertheim werkelijk in bovenvermelden zin zijn werkzaam geweest. Ongelukkig voor hem, hebben zijn collega's Berckenhoff,Ga naar voetnoot306 Simons,Ga naar voetnoot307 Rössing enz. leelijk het pestje aan hem gezien en hoewel deze heeren mij niet beminnen, vonden zij het plotseling en eenparig raadzaam aan mijn partij te trekken. Zoo zond Simons het berichtje de wereld in, om den Heer Herman Heyermans Jr. te bebliksemen. De Heeren Critici groeten mij nu welwillend, beschermend glimlachend en handwuivend, terwijl de Raad van Beheer en de Heer W. Stumpff verklaren op een hofje te wonen en nergens van te weten. Voorts loopt er een gerucht dat mijn levensgezellinne een liaison heeft met G.H. Breitner. De kwestie is dat zij heel mager is geworden (voor haar doen) en Breitner inneemt door haar uiterlijk. Hij maakt photografien van haar en wil haar uitschilderen. Sints eenigen tijd komt hij veel bij ons om haar te bekijken, maar volgens mijn bescheiden meening bleef de liefde er tot nog toe buiten. In Februari jl. schreef ik een mooie brief aan mijn Raad van Beheer om wat meer tractement, want ik was zoo arm. Ik kreeg toen ƒ250 per jaar meer. Nu het nieuwtje van de Oude Waal er een beetje afgaat, merk ik, dat ik woon als een gehuwde kantoorbediende. De stoelen zijn versleten en wrak, er ligt geen kleed op den grond maar een karpetje, witte armoedige overgordijntjes en allerlei rare voorwerpen aan de muren. Achter is het stikdonker en ik kan nooit mijn voorwerpen vinden, terwijl Mina en ik voortdurend over elkaar vallen, vanwege de begrensde ruimte. Op de Reguliersgracht had je moeten komen, Amice, met die openslaande ramen en kamers - zóó groot dat je er krijgertje kon spelen! Maar daar hadden wij geen keukentje, begrijp je - Nou - hm! ook niet alles. Enfin groet je vrouw en Joopie hartelijk,
Je vriend Arnold Ising Jr. |
|