30
Am., 11 Aug. '86.
N.Z. Voorbw. 161.-
Amice,
Zelden werd een schitterender pleidooi geschreven om iets te verkrijgen, dat alleen zijn waarde aan de heuschheidsglansen kon ontleenen, waarvan het omringd werd, dan je briefjen van gister-avond.
Ongelukkig vond ik het pas, toen ik om elf uur thuis kwam, en kon er dus geen gevolg aan geven.
Wanneer ik nu niets naders hoor, dat daarvoor een beletsel zoû wezen, kom ik morgen, Donderdag, tegen half acht bij U.
Gaarne toegenegen
Karel Johan Ludovic Alberdingk Thijm.