Het kasteel van 's-Gravendeel(ca. 1949)–Emile Delrue– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] Inleiding. Luistert, lieve kind'ren, luistert! Naar een stok-, stokoude man, Maar.... die mooi vertellen kan Van 'n kasteel op hoge bergen, Van een rovers-bataljon, Van een hondje met een sleepstaart En een eeuwenoud kanon. Van een wacht van vier soldaten, Van een graaf en een gravin, Die het lang reeds op 't kasteeltje, Niet meer hadden naar hun zin. Van een meid, die heel van streek was, Alles kookte door elkaar, Van politie, niet te vinden, Van een grote tovenaar, Van een tijd, vol angst en vrezen, Waarin men van dag tot dag, De bewoners van 't kasteeltje Van verdriet vermag'ren zag. Maar hij zal U ook vertellen, Hoe men thans weer joolt en lacht. Sedert men op alle deuren, Sloten ‘Lips’ heeft aangebracht, Luistert goed dus, lieve kind'ren, Want gelooft mij, waar en wis, Wondervoller, intressanter, Kent ge geen geschiedenis. Vorige Volgende