Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdapologieEtym: Gr. apo-logos = uitvoerig verhaal; vandaar: verdedigingsrede. Redevoering of geschrift ter verdediging en rechtvaardiging van de leer, bedoelingen of handelingen van personen of instellingen. Bekend is bijv. de Apologie van Socrates, door Plato geschreven. Toen vele vroegchristelijke schrijvers (o.a. Origenes en Tertullianus) in dergelijke werken het christelijk geloof verdedigden en het heidendom aanvielen, ontstond het genre van de apologetiek, dat ook nog in latere eeuwen veelvuldig beoefend werd, bijv. door Pascal (Apologie de la religion chrétienne, 1654) en J.H. Newman (Apologia pro vita sua, 1864). In de Lage Landen kennen we o.m. de Apologie (1581; ed. Alberts & Verlaan, 1980) van Willem van Oranje tegen de over hem door Filips II uitgesproken ban. Het stuk is overigens in het Frans opgesteld door zijn hofprediker Villiers en twee van diens vrienden, Languet en Du Plessis Mornay. Een andere Apologie (1772) is – anoniem – uitgegeven door Ds. Wolff om zijn vrouw, Betje Wolff-Bekker, te verdedigen tegen de aanvallen op haar De Santhorstsche geloofsbelijdenis.
De apologie van Willem van Oranje (1581). [bron: A.G.H. Bachrach e.a. (red.), Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, dl. 1 (19802), p. 141].
Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 809-823 F.H. van Eemeren & P. Houtlosser, 'De retoriek van Willem van Oranjes Apologie in dialectisch perspectief' in K. Korevaart, H. Jansen & J. de Jong (red.), Het woud van de retorica (2007), p. 37-48 H. van Stralen, De literaire apologie, een alternatieve verdediging van het christendom (2016).
|
|