Evangelische liederen
(1738)–Johan Deknatel– Auteursrechtvrij
[pagina 181]
| |
Genadiglyk bevloejen,
Dat elke Plant mag groejen,
En al ons zap en kracht,
Door Hem zy voortgebragt.
2. Gy kent ons yder een,
Ons zoeken, zuchten, weenen,
Die U alleen dog meenen;
Zo geeven wy ons heen.
Wy waren gaarn nog kleiner,
Nog louterer, nog reiner,
Tot uw genaade-Ryk,
En uwen beeld' gelyk.
|
|