En ik ben van deze morgen vroeg opgestaan |
5C |
En ik zou op een avond uit wand'len op straat |
34A |
En kom laat ons toch zo stil niet zijn |
8 |
En 't was al op een zondagavond |
27 |
Er liep een meisje langs de straat |
30C |
Er reed eens een ruiter langs door het woud |
29A″ |
Er reed er eens een ruiter al door het woud |
29A |
Er reed er eens een ruiter door het woud |
29 |
Er stond eens een meisje aan de deur |
2A |
Er was een boerenmeid |
44, 44A |
Er was een boerin in Baokel |
25 |
Er was een boerin te Bakel |
25 |
Er was laatst een meisje loos |
36B′ |
Er was eens een jager uit jagen gegaan |
33A |
Er was eens een mager snijerke |
26 |
Er was laatst eens een molenaarszoon |
40B |
Er zou een jager uit jagen gaan |
33D |
Er zou een visser uit vissen gaan |
35 |
Het vrijen is algemeen |
43B |
Het vrijen is plezant |
43 |
Het was eens op enen avond laat |
4A |
Het was eens op enen zondag laat |
4B |
Het was op enen avond laat |
4 |
Het was op enen avond laat dat ik ging wandelen langs de straat |
18 |
Ik ben d'r van deze morgen vroeg opgestaan |
5A |
Ik ben er van deze morgen vroeg opgestaan |
5 |
Ik ben van deze morgen vroeg opgestaan |
5B |
Ik ging er laatst met mijn scheepje over zee |
24 |
Ik ging laatst al op een avond |
34B |
Ik ging laatst uit wandelen op een avond zeer laat |
34 |
Ik ging laatstmaal de willigeboompjes tellen |
22 |
Ik kwam eens door een stille stad |
30, 30B |
Ik kwam er laatst over die markt gegaan |
23B |
Ik kwam laatst over een berg gegaan |
23 |
Ik kwam laatst over een markt gegaan |
17B |
Ik voerde daar laatst met mijn schuitje door zee |
24 |
Ik vree laatst met een boerenmeisje |
15 |
Ik wou d'r van deze avond |
16 |
Ik zat te spinnen voor mijn deur |
7 |