Lof der geldsucht, ofte Vervolg der rym-oeffeningen(1702)–Jeremias de Decker– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 108] [p. 108] Op sijne afbeeldinge. SOoghy Langelius sien leeren had en leven, En dan, Aenschouweren, hier onder saegt geschreven, All' wat tot lof en roem van sijn' welsprekentheyd Met herslenen bedocht, met tong kan zijn geseyt, All' wat oock pen vermag op blanck papier te leggen Ten prijse van sijn' deugd; noch soud ghy moeten seggen: De Dichter spreeckt te verr beneeden 's Mans waerdy; Een dicht van hooger toon vereyscht dees' Schildery. Vorige