Lof der geldsucht, ofte Vervolg der rym-oeffeningen(1702)–Jeremias de Decker– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op d'Afbeeldinge Van den verresen Christus en Maria Magdalena. Gedaen door den seer uytnemenden Rembrand van Rhyn, Micat inter omnes. ALs ik d' Historie lese ons by Sint Jan beschreven, En daerbeneven sie dit kunstrijck tafereel, Waer (denck ick dan) is pen soo net oyt van Pinceel Gevolgt, of doode verw soo na gebrogt aen 't leven? 'T schijnt dat de Christus segt: Marie, en wilt niet beven, Ick ben 't, de dood en heeft aen uwen Heer geen deel: Sy sulcx geloovende, maer echter noch niet heel, Schijnt tusschen vreuchde en druck, en vreese en hoop te sweven. De grafrots na de kunst hoog in de lucht geleyd En rijck van schaduwen, geeft oog en Majesteyt Aen all de rest van 't werck. Uw' meesterlijcke streken. Vriend Rembrand, heb ick eerst sien gaen langs dit paneel; Dies moest mijn pen wat Rijms van u begaeft pinceel En mijnen int wat roems van uwe verwen spreken. Vorige Volgende