Lof der geldsucht, ofte Vervolg der rym-oeffeningen(1702)–Jeremias de Decker– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de historie van Sejanus. GHy Vorsten, die met sorg noch arbeyd zijt verkuyscht, Die al te soet op lust, den last der hooge dingen Schuyft op de schouderen van uwe Gunstelingen, En van uw' schepsels 't Roer laet wringen uyt uw' vuyst; Die uwen dieren tijd verdanst, verkust, vertuyscht; En u soo lustig toont tot Staetbekommeringen Als sy, die voor een' kroon wel eer kruyn ontfingen, En uyt het Rijcksgewaed zijn in de kap verhuyst; Komt, leert hier van Tibeer en sijn' verwarde saken, Dat Meesters, die (als 't past) den Meester niet en maken Hunn Dienaers menigmael ten dienste moeten staen. En ghy, die als Sejaen uyt stof zijt opgetogen, Leert uyt sijn blind bedrijf eens klaer sien uyt uw' oogen, En uyt sijn' droeven val recht in uw schoenen gaen. Vorige Volgende