De mooiste liedjes(1980)–Louis Davids– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 165] [p. 165] [pagina 166] [p. 166] Wordt nooit verliefd Zoodra ik zestien jaren werd, Heeft moeder me gezegd: ‘Mijn kind, vertrouw het manvolk niet, Die kerels zijn zoo slecht, Ze maken al de meisjes gek, Alleen voor tijdverdrijf, Ze hebben allemaal het zelfde Smoessie an d'r lijf.’ En hoe meer ik het bekijk, Mijn moeder had gelijk. Wordt nooit verliefd, want dan ben je verloren, Je zeilt er in tot allebei je ooren. Wordt nooit verliefd, meisjes, wat ik zeg is waar, Als je verliefd wordt, dan ben je de sigaar. Mijn moeder zei: ‘De man houdt eerst Een meisje aan de praat. Je krijgt een advocaatje en Een stukkie chocolaad. Je zegt op alles ja en je Bent veilig en vertrouwd, Wanneer je 'm vijftig centimeter Van je lijf af houdt.’ En hoe meer ik het bekijk, Mijn moeder had gelijk. Wordt nooit verliefd, want dan ben je verloren, Je zeilt er in tot allebei je ooren. Wordt nooit verliefd, meisjes, wat ik zeg is waar. Als je verliefd wordt, dan ben je de sigaar. [pagina 167] [p. 167] Ik heb mijn moeder eens gevraagd: ‘Mijn vrijer houdt zo aan, Die wil bij avond altijd in 't Plantsoentje wand'len gaan.’ Toen zei mijn moeder: ‘Ga je gang, Dat wand'len kan geen kwaad, Als het maar altijd wandelen blijft En je nooit zitten gaat.’ En hoe meer ik het bekijk, Mijn moeder had gelijk. Wordt nooit verliefd, want dan ben je verloren, Je zeilt er in tot allebei je ooren. Wordt nooit verliefd, meisjes, wat ik zeg is waar. Als je verliefd wordt, dan ben je de sigaar. Vorige Volgende