De mooiste liedjes(1980)–Louis Davids– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Het is mal en toch hou je van mij Lieveling, vele keren, Loop ik zo aan jouw zij, Zwijgend te prakkizeren, Wat jij toch ziet in mij. Ik zou een Willem Kloos willen wezen, En dan dichtte ik jou een sonnet. Als je nou mijn verzen zou lezen, Werd ik zo in een dwangbuis gezet. Ik wou Rernbrandts kunst zelfs erven, En dan roem voor jou verwerven. Maar ik kan geen kippenhok verven, Het is mal en toch hou je van mij. Kon ik maar iets doen of laten, Dat imponeren zou. Zodat ze gingen praten, Over die held van jou. Ik wou dat jij van mij kon genieten, Als een tweede Maurice Chevalier. Maar ik lijk meer op Buster Keaton, En je haalt er een reuze sof mee. Voor een glimlach van jouw mondje, Vloog ik graag een wereldrondje. Maar ik word al zeeziek op een pontje, Het is mal en toch hou je van mij. Dienstweigering zou ik plegen, Als je zei: ‘Dat is groot’. Ik heb zelfs geen kans gekregen, Want ik ben vrijgeloot. Ik wou een werker zijn voor ons beiden, Zoals iemand slechts werkt voor zijn vrouw. Met jou samen armoede lijden, En voor alles verliefd zijn en trouw. [pagina 54] [p. 54] In een schamel hutje buiten, Waar slechts magere mussen fluiten. Maar ik ben een sufferd met duiten, Het is mal en toch hou je van mij. [pagina 55] [p. 55] Louis Davids in vliegtuig; ± 1930. Vorige Volgende