De mooiste liedjes(1980)–Louis Davids– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Entreelied van Tinus de Vullisman Ik loop langs straten en langs grachten Altijd te ratelen uit alle macht En blijf geduldig overal wachten, Totdat het vullisbakkie wordt gebracht. Want vuil is er in elke woning, Ik neem het mee zonder beloning, Aan ied're deur roep ik zo hard ik kan: ‘Juffrouw!... de vullisman!’ Zo'n ratel kan ik niemand hier ontraaien, Want alle vrouwen zijn van liefde vol, Als ik m'n ratel even maar laat draaien Dan worden zij zo innig en zo dol. Loop ik soms eenzaam langs de straten En voel ik mij dan zo verlaten, Dan heb ik beet, draai m'n ratel an, ‘Juffrouw!... de vullisman!’ 'n Burgemeester mochten wij hier eren, Die hield toch o, zo veel van Amsterdam, Maar ach, hij bleek 'm gauw te smeren Toen er een beter, hoger baantje kwam. Wanneer hij ooit zich in mijn buurt zou wagen, Dan zou ik zeker aan hem vragen: ‘Zo'n burgemeesterspak, wat heb j'er an? Edelachtbare!... de vullisman!’ [pagina 44] [p. 44] Minister Treub heeft d'uitvoer ras verboden Van menig zaak en dat vind ik patent. Hij maakte wetten die het streng geboodden, Omdat hij best zijn pappenheimers kent! Toch zijn er mannen die niet graag hun plicht doen En voor wat zoete winst een oogje dicht doen, Minister Treub, ik bied mijn hulp U an: ‘Excellentie!... de vullisman!’ Zo zoek ik overal mijn vullis, En kwam laatst ergens in Berlijn, Geloof maar niet dat het flauwe kul is, 'k Moest bij een zekere Heer Keizer zijn. 'k Zei: ‘Sire, laat de hri maar kletsen, Heeft U nog méer papieren Fetzen, Of wat verdragen, die je schenden kan? Sire!... de vullisman!’ [pagina 45] [p. 45] Louis Davids als Tinus de Vullisman; Pieter de Metz; zwart krijt; 1917. Vorige Volgende