DAENDELS, Generaal Major (de Brigade) by de Fransche Armee; aan zyne Geldersche en Overysselsche Landgenooten:
Ontwaakt myne waarde Landgenooten, de tyd is gekomen, dat wy ons zelfs moeten verlossen van de slaverny, waar onder het Land, en vooral de Boerenstand zo lange gezugt heeft.
Schroomt niet de wapenen optevatten, en u te ontdoen van uwe Drosten, Hoofdschouten, Richters, Ampts-Jonkers, Schouten, Collecteurs, Pagters en andere beulen en bloedzuigers. Gy zult niet verraaden worden als weleer door vreemde Commandanten; ik en andere Geldersche en Overysselsche Jongens, die onder de Franschen het kunstje van den Oorlog geleerd hebben, staan gereed zich aan het hoofd te stellen, en gy zult de hovaardige en mooi gepoederde Officiertjes en Soldaaten zien loopen voor Boerenjongens in hunne linne kielen. Vreest niet, dat wy het niet vol kunnen houden; zo arm en inhaalig, voor haar zelven; de Oranje-Party is, zo ryk en edelmoedig zyn de Patriotten, die reeds veele milloenen guldens uit Holland herwaards overgemaakt hebben; zo dat wy gemaklyk ieder man 35 st. holl. in de week kunnen geven; nevens één en één half pond Brood, en één half pond Vlees daags, zo als de Fransche Vrywilligers hebben.
Vreest niet, dat ons wapenen zullen ontbreeken; wy hebben er reeds veele duizenden, en het noodige kruit en loot, en zullen ons verder bedienen van die wy in de Magazynen vinden.
Begint maar met u te wapenen met Jagtgeweeren, die gy veel op de Havezaten, en in de Heerenhuizen zult vinden, met Pieken, Hooi-Gaffels of ander lang en scherp gereedschap. Formeert Compagnien van 125 man, en kiest voor Capiteins, niet de rykste die het mooiste gekleed zyn, of het beste praaten kunnen, maar die u het beste in en uit het vuur kunnen brengen. Oversten zullen wy u bezorgen, die den oorlog kennen.
Laat u niet bevreest maken, dat als gy de wapenen opvat, gy voor lange jaaren Soldaat zyt, niemand behoeft langer de wapenen te dragen als zyn zaaken het toelaaten, of dat Oranje met zyn vergulde Knegten het Land uit zyn.
Ik zal in ’t particulier schryven aan zodanige onder U, die altoos volstandig de zaak van het Volk hebben aangekleefd; die u vertrouwen hebben, en wier raad en voorstellen gy volgen moet: want gy begrypt ligt, dat men geene geheimen drukken kan.
O Myne vrienden! hoe gelukkig zullen wy zyn, als ons Land eens gezuiverd is van al dat Adelyk en Aristocratisch Ongedierte; als er geen Drostendiensten meer zullen zyn; als een yder vry zal mogen Jagen en Vissen; als de Lasten en Ongelden voor een groot gedeelte zullen vermindert zyn, en niet meer voornaamentlyk den armen drukken, zo als thans plaats heeft; en als het Land door braave Burgers en Boeren, by algemeene stemmen daar toe gekozen, zal geregeerd worden.