Het land van Reynaert
(1993)–Rik Van Daele, Herman Heyse, Marcel Ryssen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 171]
| |
grens van een wandelparadijs: het natuurgebied Het Steengelaag of de oude winplaats van klei voor de steenbakkerij. Een oase van groen met grote waterplassen, toevluchtsoord van watervogels en amfibieën. Zo kunnen wij er de groene kikker zien en daarbij even het verhaal herdenken dat Reynaert vertelde toen bij Bruun de beer van hoogverraad beschuldigde; ooievaars die kikkers lusten zijn er hier echter niet. Men kan het gebied betreden via een brugje langs de spoorbedding voor een boeiende natuurtocht. We volgen de Spoorwegwegel rechts, eerst op de verhar- | |
[pagina 172]
| |
de bedding, nadien een asfaltbaantje. We blijven naast de
bedding, steken de Bormtestraat over, waar we opnieuw de oude spoorweg nemen. We
komen voorbij het Zomerhuis (domein van 3,5 ha met heel wat
recreatiemogelijkheden), steken de Stekense Vaart over (die je langs de
rechteroever tot in de Koebrugstraat kan volgen) om op Bosdorp te belanden. Je
kan daar verder inkorten als je de geasfalteerde spoorwegbedding zou volgen
(‘Huickeroute’, interessant voor de fietsers), maar je
mist dan een overheerlijk stukje. Liever Bosdorp links ongeveer 400 m volgen,
links Heimeersstraat in, om meteen weer in een prachtige bosrijke omgeving te
belanden. Ongerept, zeker in de nabijheid van de Meulevijversstraat. De witte
bewegwijzering is deze van de ‘Vaartroute’. Eertijds was
dit hier een onveilig gebied omwille van de horden rondzwervende wolven. Het
stuk links van ons heet Belram, in de verte begrensd door de Stekense Vaart. De Hei-
Schandpaal in Stekene
| |
[pagina 173]
| |
meersen dienden als stalplaats voor de vele legers die Stekene heeft zien voorbijtrekken: Franse, Engelse, Spaanse, Schotse en Deense soldaten verbleven hier jaren. Nog een bijzonderheid: op een bepaald ogenblik valt een houten, monumentaal hek op, gedeeltelijk verbrand. Mier ligt een huldepark voor gevallen Oostfrontstrijders; manifestaties hebben vroeger meer dan eens voor herrie gezorgd. We draaien de geasfalteerde Meulevijversstraat rechts in. Wie hier wil afkorten, blijft rechtdoor gaan om even verder links de Stekense Vaart op te zoeken. De Meulevijversstraat uitlopen en rechtdoor in de Polken. Oude spoorwegbedding oversteken. Na de bocht rechts de zandige Vennegijzenstraat door het bos volgen, tot aan de plaats waar we aan de asfaltweg de Wildernis en de Zwarte Heistraat ontmoeten. Onze Reynaerdelijke fantasie wordt hier geprikkeld in het landschap waar Maurice Nonneman (p. 85) zijn Reynaert zag rondzwerven. Namen als Poliaenstraat (‘Pollanen’), Wildernis, Bergstraat, Hinnenstraat en (Zwarte) Heistraat roepen een Reynaertsfeer op. We nemen op het einde van de Vennegijzenstraat het bospad links, de Zwarte Heistraat (bij de bocht rechts aanhouden) en draaien op het eind links de Kapellestraat (asfalt) in die Wittingstraat wordt na een S-bocht. Aan onze rechterzijde strekt zich het waterwingebied de Baggaert uit, waar van november tot februari elke avond duizenden kauwen, zwarte kraaien (enigszins familie van Tiecelijn) en roeken slapen (‘Abelenroute’ en ‘Baggaertpad’). We lopen de Wittingstraat uit (opnieuw kruisen we het spoorwegfietspad) en volgen de wegwijzers van de ‘Reinaertcamping’. We slaan onze tenten hier niet op (tenzij je ze toch bij hebt, en morgen verder wandelt...) maar gaan door de Lunterbergstraat tot in de Heimeersstraat. Eventjes links en dan rechts meedraaien en rechtdoor blijven volgen tot we aan de oever van de Stekense Vaart komen (wit-blauwe palen). We volgen de vaart rechts op de dijk tot de Koebrug en slaan rechts de straat in met dezelfde naam. We gaan langs de Boudelohoeve (1660), die opgebouwd is met oude stenen van de abdij, die nog verwijst naar de eens zo belangrijke plaats. We volgen de Koebrugstraat tot we links het Boudelomonument zien met daarop onder andere een schets van de abdij. Wij omsingelen als het ware de ‘Bareel’, waar vanaf de 12de eeuw de abdij en de kerk stonden. Hier ligt het eindpunt van dit wandelstuk (12,5 km). |
|