breekt. We volgen deze weg (parallel aan de
expresweg, waarvan we het geraas voortdurend horen) tot het eind, waar we scherp
rechts op de dijk klimmen en constateren dat we ons aan de andere kant van de
Grote Geule bevinden. We trekken voorbij de plaats waar vroeger de herberg
Groenendijk stond, terwijl even verder een straatje links de Reynaertspeurder
treft: Hazendijk (Cuwaert de haas was voor Reynaert de kroongetuige dat
Kriekeputte geen verzonnen naam was). Juist voorbij die Hazendijk zien we links
de Eeckbergstraat, linksvoor de Rode Moerpolder (betekenisvolle toponiemen voor
de Reynaerdist) en verder aan de ‘boomgrens’ links het
gehucht Het Kalf, maar wij vervolgen de Groenendijkstraat en stellen vast dat we
een grote lus maakten. Voorbij de Geule moeten we opletten bij de wegsplitsing.
We gaan niet naar beneden in de Rode Moerstraat, maar we moeten de dijk op en
deze volgen we tot de ons reeds bekende Lange Nieuwstraat.
Aan de splitsing staan we voor de keuze. Ons Reynaertpad loopt scherp links de
Sluisstraat in.
Wie echter alle mogelijke ‘kriekeputten’ wil verkennen en
ook de zogenaamde ‘Hollandse criecpit’ niet wil missen,
moet op een viertal kilometer extra rekenen. De moedigen nemen daarop de
middelste straat op de dijk (loodrecht op de Lange Nieuwstraat), het Spaans
Kwartier (p. 56), maar een naambordje is er niet bij. Nabij een kapel de
drukkere hoofdweg Kieldrecht-De Klinge oversteken, de Fort Bedmarstraat in.
Steeds rechtdoor, eerst asfalt, dan kassei en verder een krom pad tussen
‘bosch ende haghe’ (de Kriekeputdreef vanaf de grens, de
Koningsdijk). Trek links het bos in (paadjes genoeg) tot een paar plassen worden
bereikt. In Clinge en Hulst beweerden ze dat dit de
‘echte’ Kriekeputte was. Broeder Aloïs
ontkrachtte deze stelling door erop te wijzen dat het hier om welen gaat. In elk
geval een Reynaertfantasieprikkelend gebied. Op een eilandje van een der plassen
hokte destijds Johnny de kluizenaar, wat nog maar eens aan de valse heremijt
doet denken. Die man was trouwens niet zo gek en had een persoonlijke visie op
het Reynaertgebeuren. Na een verpozing keren we langs dezelfde weg terug naar
het vertrekpunt van dit ommetje (Sluisstraat-Lange Nieuwstraat).
We nemen de Sluisstraat, een toponiem dat waterrijke gebieden laat vermoeden. Bij
de T-vertakking links de Verbindingsstraat in en 300 m verder rechts de Lage
Sluisstraat tot op de hoger gelegen Klingedijkstraat. Rechts nu naar de tweede
Reynaertbank op een verzorgd driehoekig pleintje met een beeld van de Klingse
klompenmaker.