Voorwoord
Dit boek bestaat uit twee delen. Deel i bevat een viertal redes. Het begint met de oratie waarmee ik in 1964 de functie van hoogleraar in de wetenschap der politiek aan de Rijksuniversiteit te Leiden aanvaardde, en eindigt met mijn afscheidscollege in 1993. Daartussen biedt dit deel de tekst van een tweetal diescolleges die ik in 1974 en 1984 gaf voor alumni van de Leidse universiteit. Mijn oratie van 1964 en de rede van 1974, die bewust de vorm had van een contra-betoog, verschenen eerder gebundeld in het boek Politisering en lijdelijkheid in de Nederlandse politiek, Assen: Van Gorcum, 1974. De rede van 1984 is nimmer in druk verschenen, het afscheidscollege alleen als interne uitgave van de Rijksuniversiteit te Leiden.
Alle vier redes, die te zamen het ‘tienjaarlijks’ commentaar van een betrokken waarnemer bevatten op ontwikkelingen in de Nederlandse politiek, worden ongewijzigd herdrukt behoudens ondergeschikte stilistische veranderingen. Daarbij laat ik mij leiden door het motto dat ik vroeg in mijn studie door een van mijn leermeesters kreeg ingeprent: ‘Il faut juger les ouvrages après leurs dates.’ Slechts enkele al te gedateerde verwijzingen naar lopend onderzoek in de tijd waarin ik een bepaalde rede uitsprak, heb ik geschrapt. Niet te vermijden herhalingen - er is immers continuïteit zowel in de Nederlandse politiek als in de visies van een en dezelfde onderzoeker daarop - heb ik laten staan, met één uitzondering. Het laatste deel van de rede van 1974 heb ik geschrapt, aangezien dezelfde problematiek later uitvoeriger aan de orde komt in het slothoofdstuk van dit boek.