Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Het Verlangen. Verlangen is Gods Stem, die smeekt en dreigt in 't ruischen van den wind, in 't dond'ren van de wateren. De pols die klopt, het bevend hart dat hijgt, de hoon in monden die van wanhoop schateren. 't is alles de ééne drang die zoekt te winnen wat schijnbaar immer vliedt en onverzoenlijk lijkt. Het is het lied van 't Eind dat snakt naar zijn Beginnen, - het hemel-visioen waarvoor de aarde wijkt. Vorige Volgende