Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Morgenliedje. Eindlijk weer ontwaak ik blijde in de lichte morgenzon, nu de zomer mij bevrijdde en de hoop mijn hart herwon. Hoor, de kleine vogels fluiten in de stralende natuur, zie, de boomen wenken buiten mij in 't vroege morgenuur. Zie de frissche bloemen pralen, waarmee ik mijn kamer sier, zie die fijne grasjes stralen als fonteintjes sprank'lend vier! - Zal de wereld ééns ontgroeien aan haar waan van haat en nijd, en als blanke bloemen bloeien, die de zomerzon bevrijdt? Vorige Volgende