Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Nog eens! De orgels spelen wild! Kom nog éénmaal, nog éénmaal dwaas en zalig mijn vergane jeugd, in duiz'lende verwachting, in bacchantische praal, in tuimelende, dronken levensvreugd. De orgels spelen wild hun overmoedige dansen. Nog éénmaal vlamt zijn ziel verwachtingsvol, alsof zij, jong en fier, zag flikkeren haar kansen, alsof haar levensstroom tot buiten de oevers zwol. Nog éénmaal wil ik niets zijn dan een dronken dwaze, een blinde, die niets weet dan dat het leven schoon en vol verrassing is - in vlammende extase nog éénmaal juichen op mijn hooge illusie-troon! Vorige Volgende