Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Twijfel. Ik weet niet waarheen mijn weg voert: ik ga door woestijnen. Vreemd staan sylhouetten en lijnen. Mijn hart is bang en ontroerd. Welke weg moet ik gaan? Geen antwoord ruischt door de luchten. Ik hoor mijn beklemde zuchten. - Is alles waan? Ik kan niet verder: ik wacht. - ik wacht op het innerlijk teeken, ik wacht op een stem die zal spreken. Benauwd is de nacht. Ik leg mij neer in het zand; stikkend zwart is het zwijgen. Ik hoor van mijn hart het hijgen. De heete bodem brandt.... Het is of een hand mij wil worgen - .... - Een koele witte veer strijkt op mij neer. - Is dit de morgen? Vorige Volgende