Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] Vrijheid. Alles is mijn, wat mijn ziel bemint; alles is mijn, wat ik kan bevatten in mijn warm hart. Ik ben als een kind, dat speelt met de wereldsche schatten. Ik vond de vrijheid, die anderen laat hun eigen vrijheid. Ik leef, als 'k bewonder. Alles is schoon in zijn eigen staat: de koesterende zon als de toornende donder. Vorige Volgende