Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Narcissen. Voorjaarsbloemen, als vlinders licht, staan in den schemer. En hun gericht doet aan als ijle weemoedige luchten, waarin berustend verlangens zuchten. Tusschen smart en vreugde glimlacht hun leven Ze staren zoo bleek en geuren zoo fijn als maagden die een eenzaam zijn gebleven en zingen in zichzelf een zonderling refrein. Vorige Volgende