Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Witte Rozen. Uw witte rozen glanzen zacht als fijn ivoor, terwijl de kaarsen naast hen roerloos branden. Het is mijn ziel als schreed een kathedraal ik door, waarin gebeden ruischen als een offerande. Zoo is de heilige dood als alles zwijgt in glimlach vol geheim en huivervolle vrede. Wees stil! Bedenk niet, dat het duister zijgt, wanneer de kaarsen uitgebrand zijn..... Stil! zij branden heden..... Vorige Volgende