Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Onrust. In mij groeit het onbekende Leven tot de nieuwe Droom die ik verwacht. Onrust is in mij en vrees en beven: vage vormen dolen door mijn nacht. Wat het Leven in mij heeft begraven, wil zijn bloesem beuren tot het licht. Mocht ik stil en vol geduld verdragen 't warre duister tot voor glans het zwicht. O, mijn God, ik wankel als een blinde, tot ik Uw Gezicht zal wedervinden. Vorige Volgende